Kinderen zoeken de oplossing voor een onhoudbare leefsituatie soms noodgedwongen door een beroep te doen op hun vermogen tot fantaseren. Zij proberen zo een illusoire wereld te scheppen die nog enigszins te verdragen valt. ?Het wandelend hoofd? gaat over mensen die als kind deze route gevolgd hebben. Uitgaande van huidige psychoanalytische inzichten maakt de auteur duidelijk dat het gaat om een verarming in het contact, zowel met zichzelf als met de ander. Aan de hand van de lotgevallen van Bastiaan Balthazar Boeckx, de hoofdpersoon uit een roman van Michael Ende, beschrijft de auteur waarom sommige kinderen niet genoeg lijken te hebben aan de troostende grootheidsfantasieen van de gewone ontwikkeling, maar hun toevlucht moeten nemen tot de geheime fantasie een uitzondering te zijn. Ook Dorian Gray, een romanfiguur van Oscar Wilde, komt hier aan bod en wel zijn poging om de tijd stil te zetten, een van de doelen die in de geheime fantasie wordt nagestreefd. Ook besteedt Ladan aandacht aan de psychoanalytische techniek. Met name komt daarbij de grote integratieve opgave aan bod waar de ?wandelende hoofden? zich voor gesteld zien. Zij moeten de splijting die in de loop der jaren tot stand is gekomen immers zover ongedaan maken dat het contact met de kinderlijke belevingswereld weer mogelijk wordt. Anders gezegd: de deur naar de innerlijke kinderkamer moet weer gebruikt kunnen worden. Het boek is interessant voor psychotherapeuten, psychologen en psychiaters en vanwege de toegankelijke stijl ook geschikt voor een algemeen publiek. A. Ladan is psychiater en als stafmedewerker verbonden aan het Nederlands Psychoanalytisch Instituut. Eerder verscheen onder zijn redactie o.a. Het vege lijf (1997) en Troost en illusie (1999).